GRONDWET

GRONDWET VAN DE REPUBLIEK SURINAME

(S.B. 1987 no.116), gelijk zij luidt na de daarin aangebrachte wijziging bij S.B. 1992 no.38.

 

Preambule 1

WIJ, HET VOLK VAN SURINAME, geïnspireerd door de liefde voor dit Land en het geloof in de kracht van de Allerhoogste en geleid door de eeuwenlange strijd van ons volk tegen het kolonialisme, welke werd beëindigd met de vestiging van de Republiek Suriname op 25 november 1975, in aanmerking nemende de staatsgreep van 25 februari 1980 en de gevolgen daarvan, bewust van onze plicht elke vorm van buitenlandse overheersing te bestrijden en te verhinderen, vastbesloten de nationale soevereiniteit, zelfstandigheid en integriteit te verdedigen en te beschermen, bewust van de wil, onze economische, sociale en culturele ontwikkeling in volle vrijheid zelf te bepalen, overtuigd van onze plicht de principes van vrijheid, gelijkheid en democratie alsmede de fundamentele rechten en vrijheden van de mens te eerbiedigen en te waarborgen, bezield door de beleving van het burgerschap en de participatie bij de opbouw, de uitbouw en de instandhouding van een sociaal-rechtvaardige samenleving, vastbesloten met elkaar en met alle volkeren in de wereld samen te werken, op grondslag van vrijheid, gelijkheid, vreedzame coëxistentie en internationale solidariteit, VERKLAREN PLECHTIG, ALS RESULTAAT VAN DE GEHOUDEN VOLKSRAADPLEGING, DE VOLGENDE GRONDWET TE AANVAARDEN. 1 Gew. bij S.B.1992 no.38.

 

HOOFDSTUK I

DE SOEVEREINITEIT EERSTE AFDELING DE REPUBLIEK SURINAME

Artikel 1

  1. De Republiek Suriname is een democratische Staat gebaseerd op de soevereiniteit van het volk en op eerbiediging en waarborging van fundamentele rechten en vrijheden.
  2. De Surinaamse Natie bepaalt haar economische, sociale en culturele ontwikkeling in volle vrijheid.

 

TWEEDE AFDELING GRONDGEBIED

Artikel 2

  1. Suriname omvat het grondgebied op het Zuid-Amerikaans continent dat als zodanig historisch is bepaald.
  2. De Staat vervreemdt geen grondgebied of soevereiniteitsrechten die hij daarover uitoefent.
  3. De uitgestrektheid en grenzen van de territoriale wateren en de rechten van Suriname op het aangrenzende continentale plateau en de economische zone worden vastgesteld bij wet.

 

DERDE AFDELING NATIONALITEIT

Artikel 3

  1. Wie Surinamer en ingezetene is, wordt bij wet bepaald.
  2. Naturalisatie wordt bij wet geregeld.
  3. Alle Surinamers worden in Suriname toegelaten en zijn vrij zich binnen Suriname te verplaatsen en te verblijven behoudens in de gevallen, bij de wet bepaald.
  4. Alle Surinamers zijn op gelijke voet in openbare dienst benoembaar.
  5. De wet stelt vast in welke openbare ambten vreemdelingen kunnen worden benoemd.
  6. De toelating en de uitzetting van vreemdelingen worden geregeld bij wet.
  7. De wet stelt regels vast omtrent de uitlevering van vreemdelingen; uitlevering kan slechts geschieden krachtens verdrag en overeenkomstig de wijze bij wet vastgesteld.

 

VIERDE AFDELING STAAT EN MAATSCHAPPIJ

Artikel 4

De zorg van de Staat is gericht op:

  1. de opbouw en instandhouding van een nationale economie vrij van buitenlandse overheersing;
  2. de bestaanszekerheid van de gehele bevolking;
  3. voldoende werkgelegenheid onder garanties van vrijheid en gerechtigheid;
  4. het deelhebben van een ieder aan de economische, sociale en culturele ontwikkeling en vooruitgang;
  5. de participatie bij de beleving van het burgerschap bij de opbouw, de uitbouw en de instandhouding van een rechtvaardige samenleving;
  6. de waarborging van de nationale eenheid en soevereiniteit.

 

Klik hier voor : De Grondwet van de Republiek Suriname
56